Visie en strategie als kapstok

De aanpak van ‘Smart Energy Cities’ komt niet uit de lucht vallen. Deze aanpak gaat ervan uit dat de gemeente of regio al een visie en strategie voor energietransitie in de gebouwde omgeving heeft. Voorbeelden zijn onder meer de gemeentes Amsterdam en Enschede. Amsterdam heeft bijvoorbeeld de ambitie om in 2040 75% minder CO2 dan in 1990 uit te stoten. Enschede verkleint die tijdshorizon en wil al in 2020 28% minder CO2 emissies wil realiseren (vergeleken met 1990). Deze doelen vormen de basis voor verduurzaming op wijkniveau. Zo wordt ook helder welke wijken gemeenten als eerste of als beste kunnen aanpakken.

Duidelijke procesregie

Een heldere procesregie is een voorwaarde om deze doelen naar concrete stappen te vertalen. De aanpak van Smart Energy Cities start met het samenstellen van een initiatiefgroep van betrokken partijen. Dat kan alleen de gemeente zijn maar ook een groep die, naast de gemeente, bestaat uit partijen als een woningcorporatie, een bewonerscoöperatie, vastgoedbezitter of een energieproducent. De groep stelt niet alleen een plan van aanpak op maar zorgt er ook voor dat de nodige mensen en middelen beschikbaar zijn. In het plan van aanpak staat hoe het besluitvormingsproces eruit ziet, wie deelneemt aan het proces en een duidelijke rolverdeling.

Een succesvolle start begint met

De belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle start van ‘Smart Energy Cities’ in de wijk zijn:

  • Er is een (boven)gemeentelijke of regionale visie op energietransitie in de gebouwde omgeving.
  • Een initiatiefgroep neemt de procesregie op zich en trekt daarvoor de deelnemers aan.
  • De initiatiefgroep bepaalt hoe het proces en de besluitvorming eruit ziet en wie daarin welke rol heeft.
  • Algemene informatie over de wijk is vrij beschikbaar. Er is een overzicht van gegevens zoals het huidige energieverbruik, bouwjaren en cijfers over de sociale structuur.
  • De rollen van de marktexperts zijn duidelijk. De marktexperts zijn de creative producer, de innovatiecoach en de vertegenwoordiger van de netbeheerder. Zij weten wie wat wanneer doet en wie ze moeten inschakelen.