Sleutelspelers effectief bereiken

Energiebesparing en het terugdringen van de rol van aardgas en andere fossiele brandstoffen is noodzakelijk voor onze toekomstige woonwijken. Bewoners, woningcorporaties en vastgoedeigenaren zullen dus nu al moeten nadenken over investeringen in aardgasloze wijken met steeds minder energieverbruik.

De vraag is in hoeverre ze zich daar bewust van zijn. Hoe kunnen we de sleutelspelers in en rond de wijk het meest effectief bereiken? En niet alleen dat: wie is bereid en betrokken om (collectief) in deze energietransitie te investeren? Zijn daar ook de middelen voor? Het antwoord op deze vragen verschilt van wijk tot wijk.

De eerste stap is dan ook het inventariseren van de sociale structuur van de wijk en de interactie tussen de bewoners. Wat zijn de woonwensen? Welke kennis en houding hebben de bewoners over (de mogelijkheden voor) de energietransitie? Als die gegevens in kaart zijn gebracht, kunnen we in de volgende fase de meest kansrijke opties binnen de technisch-economische randvoorwaarden selecteren. Dat is ook van belang om in een later stadium effectief met de bewoners te communiceren.

Inzicht in de wijk en haar bewoners

Met de volgende (combinatie van) informatie krijgt u het beste inzicht in de wijk en haar bewoners:

1. Gemeentelijke data
Een eerste indruk van de wijk en de kansen en obstakels voor de energietransitie krijgt u uit algemene kengetallen van de gemeente. Dat zijn inkomens en opleidingsniveau, leeftijd en samenstelling van de huishoudens, energielabels, WOZ waarden en de verdeling huur/koop en appartementen/woningen.

2. Wijkverkenning
Door gesprekken met bewoners en ondernemers aan te knopen, wordt meer duidelijk over de sociale structuur, ontwikkelingen, projecten en actieve organisaties en bewoners in de wijk. Op luchtfoto’s of tijdens een wandeling ontdekt u bijvoorbeeld waar zonnepanelen of zonnecollectoren zijn aangebracht. Zo ziet u wie voorop loopt in de toepassing van duurzame energie. Die bewoners kunnen ambassadeurs voor ‘Green Energy Cities’ worden.

3. Gesprekken met initiatiefnemers
Een buurtvereniging, wijkraad of winkeliersvereniging is vaak bereid om informatie te geven over wat er in de buurt speelt. Ook kunnen ze deuren openen naar de bewoners. Spreek vooral met initiatiefnemers die projecten opzetten – of hebben opgezet – gericht op energie, duurzaamheid of de openbare ruimte. Op basis hiervan kunt u bepalen of het ‘smart energy cities’ concept aansluit bij of voortbouwt op al bestaande initiatieven. Ook wordt duidelijk in hoeverre deze initiatiefnemers een rol kunnen en willen spelen in de ontwikkeling en uitvoering van de energietransitie in de wijk.

4. Kwalitatieve interviews
Nu het voorwerk is gedaan, houdt u kwalitatieve interviews met een dozijn of meer bewoners. Wie dat wordt, bepaalt u aan de hand van gemeentelijke data of via eerdere contacten in de buurt. Let er bij de selectie goed op dat deze groep uit diverse typen bewoners bestaat. Tijdens het interview komen onderwerpen aan de orde als hoe ze hun wijk zien, in wat voor soort woning ze wonen en welke woonwensen ze hebben. Vooral hun kennis, houding en gedrag over duurzaamheid en energie is belangrijk. Wat hebben deze mensen met elkaar gemeen en waarin verschillen ze?

Op wijkniveau krijgt u inzicht in:

  • de samenstelling van de wijk aan de hand van gemeentelijke data,
  • (kleinschalige) energieprojecten en andere initiatieven waarbij u kan aanhaken,
  • de plekken en momenten waar bewoners samenkomen (zoals scholen, cafés, supermarkten of de jaarlijkse barbecue),
  • de wijze waarop bewoners zich informeren wat er in hun wijk gebeurt (zoals buurtkrant of prikbord in de supermarkt),
  • de mate van sociale binding: is er animo voor het opzetten van gezamenlijke actie of gezamenlijke investeringen?
  • wie zijn de voortrekkers of ambassadeurs van de energietransitie in de wijk?

Op bewonersniveau ontstaat inzicht in:

  • kennis en houding over duurzaamheid en energieverbruik,
  • wensen en (financiële) mogelijkheden van aanpassingen aan de woning,
  • de mate van bereidheid om individueel en/of collectief te investeren in energiemaatregelen.

Een 1-op-1 aanpak is natuurlijk arbeidsintensief (en dus kostbaar). Vooral kwalitatieve interviews bieden de mogelijkheid om bewoners in verschillende, dominante ‘energietypen’ in te delen.

Per type schetst u de volgende onderdelen:

  • hoe zijn ze herkenbaar in kennis, houding en gedrag over duurzaamheid en energieverbruik?
  • wat vinden bewoners belangrijk voor hun woonomgeving en woning?
  • welke manieren zijn het meest effectief om bewoners te bereiken en enthousiast te maken voor de energietransitie?
  • wat hebben bewoners nodig om te investeren in aanpassingen aan de woning en de aanschaf van nieuwe apparatuur? Is dit kennis en geld, ondersteuning of zijn het andere zaken?

Voor het herkennen en beschrijven van de ‘energietypen’ kunt u putten uit het werk dat Motivaction op dit gebied heeft uitgevoerd. Zie daarvoor de volgende hyperlink:

Als voorschot op een effectieve en toetsbare communicatie kunt u tevens ‘persona’ (CP_persona’sCP_PersonaInterviewsPersona’s_noorderplantsoenbuurt) ontwikkelen. Dit zijn ‘verzonnen’ verhalen van mensen die levendig en op persoonlijke wijze beschrijven hoe ze de energietransitie van hun wijk voor zich zien.