De transformatie van de oude Philipslocaties duurt meerdere jaren, waarin elke deellocatie op een ander tijdstip gestart. Zo zijn Strijp-R en Strijp-S al in gebruik genomen voor nieuwe woon- en werkfuncties. In Strijp-T is recent gestart met het herbestemmen van de fabrieksgebouwen.
Voor Eindhoven is Strijp het ideale gebied als ‘living lab’ voor een slimme integratie van de energiesystemen, want alle soorten netwerken zijn er al aanwezig. Daarnaast is er een biomassacentrale, heeft de buurt een grote ontwikkelingsdynamiek en een innovatieve community van zowel de bewoners als gebruikers.
Zoals de Smart Energy Cities aanpak oppert, worden de veranderingen in energievoorzieningen zoveel mogelijk gerealiseerd in co-creatie met de lokale belanghebbenden. Dit zijn de bewoners, de bedrijven en woningcorporaties.
Vanuit de aanpak van ‘Smart Energy Cities’ is er gewerkt aan een ‘sociale kaart’ van het gebied en een technische gebiedsfoto. Bij deze inventarisatie is duidelijk geworden dat een heldere sturing van groot belang is. Het gaat namelijk om een gebied met uiteenlopende betrokkenen en een verdeeld eigenaarschap. Juiste sturing vereist de schakel tussen het technische ontwerp en de sociale kant; bewoners, gebruikers en initiatiefnemers.
Met de innovatie coach en de creative producer is gekozen om twee richtingen te verkennen. De creative producer brengt de sociale dynamiek in kaart. Hiervoor heeft hij de stakeholders gekarakteriseerd door middel van interviews. Klik hier voor een voorbeeld van hoe je een interview aanpakt en klik hier voor een interview format. Op basis hiervan zijn de stakeholders verdeeld naar ambitie, slagkracht en huidige en mogelijke impact. Per gebouw of gebouwencomplex zijn de uitdagingen van de betrokkenen gedefinieerd. Daarnaast heeft de creative producer een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste stakeholders.
De innovatiecoach heeft een stimulerende rol vervuld bij de inventarisatie van de energiesystemen in zowel de huidige als toekomstige situatie. Hij heeft de fysieke aspecten van het lokale energiesysteem in kaart gebracht en aangegeven wat er in de toekomst moet komen. Uit gesprekken met netbeheerders bleek het mogelijk om dertig procent van het jaarlijkse energieverbruik in het gebied uit de opslag van warmte en elektra te halen.
Er is een eerste belangrijke verkenning gedaan voor de voormalige Philipsterreinen Strijp-R, -S, -T en -V omtrent de technische mogelijkheden. Aan de hand daarvan wordt er gestreefd naar dertig procent slimme lokale opslag van warmte en elektra. Het projectteam zal de eerste weergave van de huidige situatie gebruiken bij het contact met geïnteresseerde en belanghebbende groepen.
Wilt u meer weten over deze aanpak? Lees het verhaal hier.